Tanderosie
Wist je dat overmatig gebruik van zure producten kan leiden tot het oplossen van je tandglazuur en tandbeen? Dit proces heet tanderosie. In de huidige tijd waarin de consumptie van frisdrank en vruchtensappen/-dranken alleen maar toeneemt, neemt ook het voorkomen van tanderosie toe. Ook producten die het predicaat hebben gezond voor je te zijn, bijvoorbeeld fruit, kunnen erosief zijn en bij excessieve consumptie kan dit tot tanderosie leiden. Niet alleen de hoeveelheid zuur dat je consumeert is belangrijk in het ontstaan van tanderosie maar ook hoe frequent en hoe lang je het zure product in de mond houdt. Bovendien speelt de manier van consumptie ook een rol. Een zure drank is schadelijker voor je tanden en kiezen als je met de drank je mond spoelt. Niet alleen zuur uit voedingsmiddelen maar ook maagzuur kan inwerken op uw gebit en tot erosie leiden. Door braken en oprispingen komt maagzuur in de mond. Dit komt voor bij mensen waarbij de klep tussen de maag en de slokdarm niet goed sluit. Maar ook bij mensen met anorexia nervosa en of boulimia.
Speeksel beschermt het gebit op natuurlijke wijze tegen tanderosie. Speeksel verdunt en neutraliseert het zuur. Sommige medicatie of bepaalde ziekten veroorzaken een verminderde speekselproductie. Hierdoor neemt de kans op tanderosie toe.
Om het proces van tanderosie te stoppen is het essentieel dat het in een vroeg stadium herkend wordt. Omdat de veranderingen aan je gebit bij tanderosie erg subtiel zijn, zul je er in het begin weinig van merken. In een latere stadium waarbij vrij veel van het tandweefsel weg is, kan tanderosie tot een verminderde esthetiek en pijn leiden. Door het wegslijten van het tandmateriaal worden de tanden geler en kunnen de voortanden korter en doorschijnender worden. In de kiezen ontstaan putjes op de toppen van de knobbels, die steeds dieper en breder worden. De vullingen kunnen op een gegeven moment boven de kies uitsteken, omdat in tegenstelling tot tandmateriaal de vulling wel bestand is tegen zuren.
Tips om tanderosie te voorkomen/ te stoppen:
- Vermijd/ beperk de consumptie van zure dranken en zuur voedsel. Voorbeelden van zure dranken zijn alle frisdranken (ook light varianten), ice tea, vruchtensappen, vruchtendranken, sportdranken, mixdranken en wijn. Vele fruitsoorten, zoals citrusvruchten, appels, kiwi’s en druiven maar ook slasauzen zijn zuur.
- Houd zure producten zo kort mogelijk in de mond. Slik zure dranken direct door. Ga niet spoelen met de drank voordat u deze doorslikt.
- Beperk het aantal eetmomenten tot zeven keer per dag. Dat zijn de drie hoofdmaaltijden met daarbij vier keer iets tussendoor.
- Houd een tijd van minimaal een uur aan tussen de consumptie van een zuur product en het tandenpoetsen. Het zuur heeft het oppervlakkige tandweefsel zachter gemaakt, als u direct gaat poetsen kunt u deze zachtere laag makkelijk wegpoetsen.
- Indien u last heeft van een maagaandoening waarbij frequent zuur de mond inkomt, neem dan contact op met uw huisarts. Ook indien u anorexia of boulimia heeft is het niet alleen voor uw gebit verstandig om hulp te zoeken.
Gebitbeschermer
Vooral bij contactsporten, zoals rugby of voetbal, kunnen tanden en kiezen schade oplopen of zelfs geheel loskomen. Ook sporten waarbij de kans bestaat dat er door een val ernstige schade ontstaat, zijn hier berucht om. Sporten als wielrennen, mountainbiken maar ook skiën, schaatsen of snowboarden. Het dragen van een gebitsbeschermer kan de schade door zo’n ongeval in ieder geval verminderen. Bij hockey is het sinds 2015 zelfs verplicht.
Gebitslijtage
Gebitsslijtage ontstaat door verlies van tandweefsel door oorzaken anders dan cariës (gaatjes, tandbederf). Het komt bij iedereen voor en is in de loop van de tijd bij iedereen waarneembaar (normale, fysiologische slijtage). Soms verloopt de slijtage echter sneller dan normaal (pathologische slijtage). De tanden en kiezen worden dan steeds korter.
Het korter worden van tanden en/of kiezen kan nadelige consequenties hebben voor het hele gebit. De korte tanden beïnvloeden negatief de esthetiek en functie van het gebit. Daarnaast kan gevoeligheid ontstaan bij de gebitselementen door het ontbreken van de beschermende glazuurlaag. Bij vergevorderde slijtage kan zelfs kiespijn ontstaan door ontsteking/afsterven van de zenuw in de holte van de kies.
Oorzaak van gebitsslijtage
Je gebit kan slijten door twee oorzaken: wrijving zoals bij tandenknarsen en het kauwen op voorwerpen (attritie of abrasie) of het slijten doordat zuur het tandweefsel aantast (erosie).
Diagnostiek van gebitsslijtage
Het onderzoek naar gebitsslijtage begint met een aantal vragen over mogelijke oorzaken en eventuele daaruit voortkomende uiterlijke, praktische en/of pijnklachten. Uw tandarts inspecteert vervolgens het aangezicht, de mondholte en het gebit. Hij/zij maakt en analyseert zorgvuldig gebitsmodellen, kleurenfoto’s en zo nodig röntgenfoto’s om de staat en functie van uw gebit goed vast te leggen. Je tandarts legt vervolgens de mate van slijtage vast, voert eventueel speekseltesten uit en bepaalt het risico. Aan de hand van het onderzoek bepaalt hij/zij de waarschijnlijke oorzaak en behandeling van de gebitsslijtage.
Behandeling van gebitsslijtage
Bij beperkt weefselverlies helpt je tandarts je om verdere slijtage te voorkomen. Hij/zij geeft informatie over alle oorzakelijke factoren en het individuele risico voor de toekomst, adviezen over het voorkomen van tanderosie en slechte poetsgewoontes. Het reeds verloren weefsel kan aangevuld worden met restauratiemateriaal en er kan een beschermplaat gemaakt worden. Uw tandarts controleert vervolgens eventuele vordering van de slijtage in de loop van de tijd. Bij gevorderde slijtage staat het herstel van de versleten gebitselementen meer op de voorgrond. De behandelingskeuze wordt bepaald door de aard, hoeveelheid en het verloop van slijtage en de gevolgen voor uw gebit.
Het gebitsherstel door restauratieve behandeling kan uitgevoerd worden met tandkleurig restauratiemateriaal dat direct in de mond wordt aangebracht. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om het weefselverlies indirect te herstellen in samenwerking met een tandtechnicus. Tanden en kiezen kunnen dan in alle rust buiten de mond voorbereid worden en vervolgens in de mond bevestigd. In geval van gebitsslijtage door wrijving wordt na de restauratieve behandeling een beschermplaat gemaakt, die meestal alleen ’s nachts gedragen hoeft te worden.
Bron: NVGPT